Startpagina » Algemene praktijk » Wie heeft siliconen prothese kan mammografie doen?

    Wie heeft siliconen prothese kan mammografie doen?

    Vrouwen met borstimplantaten kunnen en moeten vanaf 40 jaar jaarlijks een mammografisch onderzoek ondergaan om vast te stellen of er veranderingen in het borstweefsel zijn die een eerste teken van kanker kunnen zijn.

    Aangezien de röntgenstralen die bij het onderzoek worden gebruikt, de siliconenprothesen, zowel siliconen als zoutoplossing, niet goed kunnen penetreren, kan het moeilijker zijn om al het borstweefsel te observeren met de conventionele techniek, en het kan nodig zijn dat de technicus meer doet afbeeldingen dan normaal, om ervoor te zorgen dat alle stof wordt geëvalueerd.

    Het is dus raadzaam om bij het plannen van het onderzoek de kliniek te informeren dat borstimplantaten worden gebruikt, zodat ze de techniek kunnen aanpassen en zelfs kleine aanpassingen aan het apparaat kunnen aanbrengen om de beste beelden te verkrijgen..

    4 Veelgestelde vragen over mammografie met prothese

    De meeste gevallen van vrouwen met borstimplantaten vinden plaats tussen de 20 en 30 jaar, dus het is normaal dat twijfels over het hebben van een mammogram pas een paar jaar later optreden. Enkele van de meest gestelde vragen zijn:

    1. De prothese kan het testresultaat nadelig beïnvloeden?

    Borstimplantaten kunnen het beeld dat tijdens het mammografie-onderzoek is gemaakt, daadwerkelijk beschadigen, dus het is erg belangrijk om de technicus op de hoogte te stellen van het gebruik van implantaten, zodat hij de techniek kan aanpassen en alle benodigde afbeeldingen rond de prothese kan vastleggen.

    Over het algemeen veroorzaken prothesen die voor de borstspier worden geplaatst grotere veranderingen in de beelden, omdat ze zich dichter bij het borstweefsel bevinden.

    2. Mammografie kan de prothese beschadigen?

    Mammografie oefent druk uit op de borst, maar er is over het algemeen geen risico op beschadiging van de borstprothese, omdat deze naar boven, beneden of opzij kan worden bewogen, waardoor de druk niet direct op de prothese wordt uitgeoefend.

    In gevallen waarin het borstimplantaat niet kan worden verplaatst, kan de arts andere soorten tests adviseren die geen druk op de borst hoeven uit te oefenen, zoals echografie of MRI, bijvoorbeeld.

    3. Er is een hoger risico op kanker door implantatie?

    Het risico op kanker bij een vrouw met een borstimplantaat is hetzelfde als dat van een vrouw zonder prothese, met als belangrijkste risicofactoren onder meer dan 40 jaar of borstkanker in het gezin, vooral bij naaste familieleden zoals ouders of broers en zussen.

    4. Waar kan ik een mammogram krijgen?

    Mammografie kan worden gedaan in elke kliniek die gespecialiseerd is in dit type onderzoek, maar bij het plannen van het onderzoek is het raadzaam om te vragen naar de ervaring van de technici bij het uitvoeren van dit onderzoek bij mensen met een borstprothese, aangezien er technici zijn met meer training om te doen dit type examen.