Nucleaire doorschijnendheid Wat zijn de normale waarden en hoe wordt deze gerealiseerd
De nekplooi is een onderzoek dat dient om de hoeveelheid vloeistof in het gebied van de nek van de foetus te meten, dit wordt uitgevoerd door middel van echografie tussen de 11e en 14e week van de zwangerschap. Dit onderzoek dient om het risico te berekenen dat de baby enige misvorming van het syndroom vertoont, zoals het syndroom van Down.
Wanneer er sprake is van misvormingen of genetische ziekten, heeft de foetus de neiging vloeistof op te hopen in het nekgebied, want als de maat van de buitenste nekplooi met 2,5 mm toeneemt, betekent dit dat er een verandering kan zijn in zijn ontwikkeling.
Op deze manier bevestigt de meting van de veranderde nekplooi niet dat de baby een genetische ziekte of misvorming heeft, het geeft alleen het verhoogde risico van deze veranderingen aan en in dit geval kan de verloskundige andere tests aanvragen, zoals bijvoorbeeld vruchtwaterpunctie om bevestig het negeren van de diagnose.
Hoe het wordt gedaan en hoeveel referentiewaarden
De nekplooi wordt uitgevoerd tijdens een deel van de prenatale echografie en op dat moment meet de arts de grootte en de hoeveelheid vloeistof die zich in het gebied van de nek van de baby bevindt, zonder dat er nog een speciale procedure nodig is..
Referentiewaarden voor nekplooi kunnen zijn:
- Normaal: minder dan 2,5 mm;
- Veranderd: gelijk aan of groter dan 2,5 mm.
Een resultaat met een hogere waarde garandeert niet dat de baby aan enige wijziging lijdt, maar geeft wel aan dat er een groter risico is, dus de verloskundige kan andere tests aanvragen, zoals vruchtwaterpunctie, waarbij een monster van het vruchtwater wordt genomen, cordocentese, die een bloedmonster van de navelstreng evalueert.
Als er tijdens de echografie ook geen afscheiding uit de neus is, neemt het risico op misvorming nog toe, omdat nasale afscheiding over het algemeen afwezig is bij syndromen.
Naast de nekplooi, zijn de leeftijd van de moeder en de familiegeschiedenis van chromosomale veranderingen of genetische aandoeningen ook belangrijk bij het berekenen van het risico dat de baby een van deze veranderingen vertoont.
Bij het uitvoeren van nekplooi
Dit onderzoek moet worden uitgevoerd tussen week 11 en 14 van de zwangerschap, aangezien de foetus tussen 45 en 84 mm breed is en het mogelijk is om de nekplooimeting te berekenen.
Deze studio staat ook bekend als een morfologische echo van het eerste kwartaal van het jaar, die naast het meten van de nek van de baby ook helpt bij het opsporen van misvormingen in het bloed, hart en bloedvaten..